The New York Times

VIA Component kopie
Les Ombrages te Versailles

The New York Times 28 november 1915

Now Future Citizens of Belgium and France Are Cared For in Colonies

Hoe het was gesteld met de kinderen die in Parijs aankwamen en welk leed zij hadden doorstaan staat beschreven in een verhaal van zuster YVONNE uit Passendale.

”Ik heb kinderen gezien uit de buurt van Ieper en Poperinge” schrijft zuster YVONNE:

”Het waren er vijftig van 6 tot 8 jaar oud: arme kleine vogeltjes, weggerukt uit het ouderlijke nest en de armen van hun Vlaamse moeders. Ze weenden bittere tranen op de binnenkoer van een depot van de organisatie in de Bouretstraat nr.20 in Parijs, waar ze tijdelijk werden opgevangen onder de zorg van de zusters van Sint-Vincentius à Paulo.

Wanneer ze hoorden dat ik hen aansprak in hun eigen moedertaal, verzamelden ze zich rondom mij en staken hun hand uit in dewelke ik een ’erwtensnoepje’ stopte en we beste vriendjes werden.

De eerste die zijn verhaal durfde te vertellen was de kleine HENRY VINCKE afkomstig uit een dorp dicht bij Roeselare. Samen met zijn grootmoeder had hij onder een regen van geweerschoten en granaten hun huis moeten uitvluchten. Er waren meerdere karren beschikbaar om te vluchten, maar geen paarden en geen koetsiers. Vier kinderen die hun turbulente vlucht uit Vlaanderen vertelden trokken mijn aandacht: GODELIEVE, de oudste met haar zusje aan de hand, vertelde over hun vlucht door de velden terwijl achter hen een bominslag het huis en de boerderij in vuur zette. Andere kinderen waren de zusjes MARIE, ANNA en MARTHA VANDAMME (zie foto bij Solange Santens), dochters van een metser uit het door de Duitsers vernielde Dikkebus. Twee bommen die in hun tuin achter het woonhuis ontploften maakten een grote krater, de andere sloeg een enorm gat in de muur van hun slaapkamer. De charmante kleine meisjes YVONNE en DENISE AERNOUT (zie foto bij Solange Santens) van 5 en 3 jaar oud, herinnerden zich maar vaag de gebeurtenissen. Na weken en maanden lijden ze nog steeds aan de terreur die hen blijft achtervolgen. 

Onder de groep kinderen waren er Belgische meisjes die nu in Versailles verblijven bij de hulporganisatie ’Kinderen uit de grens’ die in augustus 1914 door FREDERICK R. COUDERT was gestart met steunfondsen uit Amerika. Het objectief van de organisatie was niet alleen het in veiligheid brengen van kinderen uit een oorlogsgebied, maar hen ook een degelijke opvoeding geven.

In Frankrijk stopten AUGUST JACCACI, voorzitter/secretaris, en mevrouw MILDRED WOODS BLISS, ondervoorzitter, al hun tijd en energie in deze hulporganisatie, terwijl mevrouw COOPER HEWITT en FREDERICK COUDERT vanuit hun kantoor in Rector Street 2 te New York fondsen verzamelden.

AUGUST FLORIAN JACCACI werd geboren in Frankrijk (Fontianeblau, 1856). Na verschillende reizen in diverse landen, waaronder Mexico en Cuba, vestigde hij zich in 1880 in de Verenigde Staten. Hij werkte een korte tijd als kunstenaar in Minnesota (muurschilderingen in opdracht, met inbegrip van een muurschilderij in het gebouw van het Capitool in St. Paul). JACCACI verhuisde naar New York waar hij kunstredacteur was voor ‘Century’ magazine. Behalve redacteur, schreef hij ook verschillende artikels en maakte illustraties voor dit magazine. Aanbevolen door kunstenaar WILL H. LOW werd hij bij de oprichting van ‘Mc Clure’s’-magazine kunstredacteur in 1896. Een jaar later schreef hij een boek over zijn reizen getiteld ‘In het spoor van Don Quichot’: een verslag van wandelingen in de oude provincie La Mancha. Hij verliet Mc Clure’s in 1902 en een jaar later begon hij te werken aan een groot multi-volume boek getiteld ‘Opmerkelijk Schilderijen in Amerikaanse privé collecties’. JACCACI voorzag een 15-volume set met essays over de Amerikaanse kunstcollecties geschreven door vooraanstaande kunsthistorici en was ook redacteur van “Art in America” bij Burlington Magazine 1907-1910.

In 1914 vertrok AUGUST JACCACI naar Europa voor kunst gerelateerde zaken. Met de start van de Eerste Wereldoorlog besloot hij om in Frankrijk te blijven en was oprichter van de Vereniging voor Bescherming van Kinderen uit de Frontstreek. Hij stierf te Neuf-de-Grasse in Frankrijk in 1930.

YVONNE EN DENISE AERNOUT

Op 23 februari 1916 schreef EVELINE, de moeder van YVONNE en DENISE, die op dat ogenblik in Mers-les-Bains (Somme) verbleef, enkele aangrijpende brieven naar minister BERRYER waarin zij vraagt om haar dochtertjes die eerder in het Hôpital Herold, Place du Danube in Parijs en daarna in Hôpital de Convalescence te Limeil-Brévannes in het departement Val-de-Mare verbleven, terug bij haar te nemen. In deze brief vraagt EVELINE eveneens om haar ander dochtertje AGNES die in de schoolkolonie Les Vieux in St.-Paër verbleef terug te krijgen …“hier kan ze gemakkelijk wat geld winnen met te spellewerken” 

Op 6 mei gaf de minister de schriftelijke toelating om AGNES terug te trekken uit de schoolkolonie van St.-Paër en schreef op 13 mei 1916 dat de meisjes YVONNE en DENISE in de schoolkolonie van Les Ombrages, rue Saint Honoré in Versailles, verbleven en deze kolonie niet onder de bevoegdheid van zijn departement viel, maar van de hulporganisatie ‘Kinderen van de Grens’ en YVONNE een brief moet schrijven naar mijnheer JACCACI, voorzitter van deze organisatie.

Aernout