HULPORGANISATIES

Naast de Belgische overheid waren ook enkele hulporganisaties betrokken bij de organisatie van schoolkolonies. Children of Flanders Rescue Committee (Kinderen van Vlaanderen) was een initiatief van de Amerikaanse schrijfster EDITH WHARTON, Aide Civile Belge organiseerde 2 schoolkolonies in Noord-Frankrijk en het Comité Franco-Americain pour la Protection des Enfants de la Frontière (Kinderen van de Grens) had een 50-tal schoolkolonies in Frankrijk. Le Foyer Ecossais, de hulporganisatie van GEORGIE FYFE, bekommerde zich vooral met de evacuatie van kinderen uit bedreigde zones.
De Belgische overheid die de vluchtelingenstroom in de Franse hoofdstad coördineerde, ging in april-mei 1915 een samenwerking aan met de hulporganisatie van WHARTON waardoor enkele schoolkolonies werden opgericht door de overheid en bestuurd ElLISINA en haar man ROYALL TAYLOR.
De enorme inspanningen om kinderen uit de Westhoek een veilige schuilplaats te geven in buitenlandse instellingen begon in maart 1915 en eindigde voor sommige kinderen pas in 1921. Na de afkondiging van de wapenstilstand op 11 november 1918 werden de eerste gecoördineerde repatriëringen kort daarop gestart. De meeste kinderen kwamen pas in de lente van 1919 terug naar de Westhoek. De meest Waalse kinderen die vanaf oktober 1917 naar de schoolkolonies mochten vertrekken waren vaak in de eerste maand van 1919 al terug in hun geboortestreek. De meer dan 700 Waalse jongens en meisjes die naar La Chartreuse du Glandier waren geëvacueerd werden in januari 1919 op de trein richting Luik gezet. In de omgeving van Luik werden de meesten opgevangen in instellingen bestuurd door leden van de Friends Ambulance Unit en georganiseerd met financiële steun van het Amerikaanse Rode Kruis. De kinderen konden er verblijven tot hun documenten om naar huis terug te keren in orde waren, voor de vele weeskinderen werd een meer duurzame oplossing voorzien.

SUB-PAGINA’S