Benedictinessen

De zusters Benedictinessen uit de Boeschepestraat worden in september 1915 betrokken bij de gevolgen van de oorlog wanneer 8 zusters een opdracht krijgen om 700 kinderen te begeleiden naar schoolkolonies in Frankrijk, enkelen onder hen krijgen later een opdracht in de Normaalschool te Mont Saint Aignan. De zusters die in het klooster te Poperinge achterblijven werken samen met de organisatie Aide Civile Belge en zijn verantwoordelijk voor een lagere- en een kantschool in Château d’Hondt en later in de wijk De Leene.

*
DSC_0124.

KANTSCHOOL Zusters Benedictinessen Boeschepestraat 14 Poperinge

De kantschool van de Zusters Benedictinessen werd op 8 mei 1913 opgericht.

Juffrouw ALIDA De KEIRSGIETER en zuster GERARDA (EMMA MULLIE) waren van 1911 tot 1913 leerlingen in de Kantnormaalschool van Brugge. Ze behoorden samen met nog andere zusters van Poperinge tot de eerste groep afgestudeerden van een nieuw studierichting. Na haar studies trad ALIDA De KEIRSGIETER op 7 april 1913 in het klooster en kreeg de naam Zuster MARIE-THERESE. Onmiddellijk na het behalen van hun diploma richtten beide zusters de ‘Leerwerkschool voor kantwerksters’ op in kantlokalen achter de dekenschool of kosteloze meisjesschool. 

Op 14 mei 1913 werd een grondverordening opgesteld door Zuster MARIE-THERESE en voorzitster MARIE DESSEIN. Onder de leiding van zuster MARIE-THERESE en zuster GERARDA bloeide deze kantschool. De cursussen begonnen op 15 september en eindigden op 15 augustus waardoor leerlingen konden meehelpen aan de hoppepluk begin september. De school was open van 8 uur tot 11.45 uur en van 13 uur tot 19 uur. Op zaterdag eindigden de lessen om 17.30 uur. Aanvankelijk omvatte de cursus: kantwerk, huishoudkunde, linnen, knippen en naaien. Maar spoedig beperkte men zich tot uitsluitend kantwerk. Iedere leerling had twee kussens, één voor de lessen en één voor het avondwerk. De leergangen omvatten: Stropkant, Clunykant, Guipure, Valencienneskant, Bloemwerk en Motieven.

Er waren twee vakantiedagen met Kerstmis, vier dagen met Nieuwjaar en zes dagen met Pasen. Ter gelegenheid van Poperinge kermis (begin juli) kregen de leerlingen op maandag, dinsdag en zaterdag vrijaf. De leerlingen mochten de lessen bijwonen tot dat ze een ‘levensstaat’ aangingen. De gehuwde leerlingen kregen van de school werk dat ze thuis klosten.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog werden de zusters genoodzaakt het klooster te verlaten wegens bombardementen en zochten aanvankelijk een schuilplaats te Watou. In september 1915 vertrokken 8 zusters naar Rouen en werden kort daarna – november 1915 – belast met het bestuur van een schoolkolonie te Campeaux-lez-Barentin. Deze kolonie ging op 28 oktober 1916 over in de handen van de zusters Paulinen uit Poperinge waarna twaalf zusters Benedictinessen verhuisden naar Tillières-sur-Avre voor het besturen van een schoolkolonie op het domein van St.-Louis de la Mulotière. In augustus 1917 kregen enkele zusters een opdracht en het bestuur van een Belgische Normaalschool in Mont Saint-Aignan bij Rouen.

De zusters die in Poperinge bleven waren tijdens de oorlog verantwoordelijk voor de kantscholen van de organisatie Aide Civile Belge in de barakken van het kasteel d’Hondt/Elisabeth hospitaal en later in de wijk ‘de Leene’ wanneer de ziekenhuis activiteiten zich verplaatsten naar  ferme ‘Derycke’ langs de Boescheepseweg.

.Untitled
kort na de oorlog werden de lessen in de kantschool terug opgestart links zuster Marie-Thérèse en rechts zuster Gerarda (beiden verbleven in de schoolkolonie van Tillières-sur-Avre) . De meisjes konden klossen voor eigen gebruik of voor klanten (een van de meisjes is Maria Billiau die in de schoolkolonie te St.-Paër verbleef).