Kinderen van Vlaanderen

Edith Wharton begon in november 1914 met de oprichting van haar hulporganisatie The American Hostels voor vluchtelingen afkomstig uit de Westhoek en Noord Frankrijk. In mei 1915 schreef ze in The Harald een artikel over de schrijnende toestanden van kinderen in de omgeving van Ieper en startte kort daarna met de hulporganisatie The Children of Flanders rescue Committee. Dankzij een eerder gepubliceerd artikel in de Franse pers en de giften die daarop volgden kon Wharton ook materiële en financiële hulp bieden aan de organisatie Aide Civile Belge voor de opvang van kinderen die tijdelijk bij Maria van de Steen op Château Elisabeth in Poperinge verbleven en voor de weeskinderen die door de Ieperse priester Camille Delaere werden opgevangen.

imagehandler-5.php

groepsfoto van de schoolkolonie te St.-Ouen

In november 1914 nam de in Parijs verblijvende Amerikaanse schrijfster EDITH WHARTON het initiatief om opvanghuizen in te richten voor honderden Belgische vluchtelingen die dagelijks de Franse hoofdstad binnenstroomden. The American Hostels for Refugees werden gesteund met giften verzameld door een netwerk van bureau’s in Parijs, New-York, Philadelphia en Boston. Tijdens de eerste maanden zorgde de hulporganisatie voor kledij en slaapplaatsen in de lokalen van het ‘Théâtre du Colisée’, waarna de organisatie verder uitbreidde met mogelijkheden om permanent 4000 vluchtelingen te helpen. De vluchtelingen die aankwamen moesten zich wenden tot het bureau voor de vluchtelingen, dat aan de Avenue des Champs-Elysées 63 was gevestigd, waar men de documenten onderzocht, hun verhaal noteerde, hen inschreef en hun noden onderzocht. Voor vluchtelingen die konden werken zocht men aangepaste arbeidsplaatsen. Dankzij dit initiatief hadden eind 1916 meer dan 6000 vluchtelingen een eigen inkomen.

In verschillende districten lagen huizen voor vluchtelingen. In een huis in Nr.18 aan de rue Taibout (Hostel No. II), ter beschikking gesteld door gravin de BERTIER du SAUIGNY, was een restaurant waar men vijf maal per dag een maaltijd opdiende voor maar 10 centiemen, een kleuterschool en een bibliotheek. American Hostel No I lag aan de rue Colisée nr.5, en in een huis aan de rue du Docteur-Blanche in Auteuil werden vrouwen en kinderen die eerste zorg nodig hadden ontvangen, enz… WHARTON voltooide haar werk met het inrichten van een hospitaal in Groslay waar in twee aanpalende villa’s plaats was voor een 60-tal vrouwen en kinderen.

SCHOOLKOLONIES IN EIGEN BEHEER

Na de fusie tussen The American Hostels en Le Foyer franco-belge ontstonden nieuwe initiatieven. WHARTON  ging in april 1915 de uitdaging aan om kinderen uit de Westhoek in groep op te vangen en richtte op 2 mei 1915  The Children of Flanders Rescue Committee (Oeuvre des Enfants des Flandres / Kinderen van Vlaanderen) op. Een initiatief waarbij uiteindelijk 6 huizen in Parijs, en langs de Normandische kust, werden geopend als schoolkolonies voor kinderen uit de Vlaamse frontstreek. Al op 25 april 1915 had de Belgische regering de hulp ingeroepen van WHARTON wanneer 48 uur later 100 weeskinderen en 12 religieuzen, die uit hun gebouwen in Poperinge waren verdreven, werden overgedragen aan haar hulporganisatie. De kinderen kregen een plaats in école Brazillier in Sèvres en Le Nid in Montigny-sur-Loing. De ouderlingen van deze instituten werden op dezelfde plaats ondergebracht. Op 18 mei 1915 kwamen opnieuw met enkele honderden Belgische kinderen in Parijs aan.

De hulporganisatie ‘Kinderen van Vlaanderen’ zorgde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor ruim 900 kinderen uit de gebombardeerde steden en dorpen uit de Westhoek, en ongeveer 200 zieke oude mannen en vrouwen uit dezelfde regio, die verzorgd werden door Vlaamse nonnen. De vlucht uit West-Vlaanderen was in april 1915 begonnen wanneer de stad Ieper werd gebombardeerd. De kinderen vonden in eerste instantie onderdak in plaatselijke verzorgingstehuizen aan het front, waar zij tussen de soldaten of gekwetste burgers verbleven, voordat ze op transport naar Parijs werden gezet.

In de lente van 1915 reden onophoudelijk treinen met kinderen de Parijse stations binnen. Op 17 mei 1915 vertrok het eerste door de Belgische regering georganiseerde treinkovooi vanuit Adinkerke naar Parijs. Op de trein zaten 159 meisjes en 143 jongens die begeleid werden door 9 zusters Annuntiaten uit Veurne en 5 zusters Paulinen uit Zuidschote. De meisjes kregen een plaats in de schoolkolonie van de Kinderen van Vlaanderen aan de rue de la Santé in Parijs, de jongens in de schoolkolonies van de overheid in Garches en Champlan.

Vestigingsplaatsen in eigen beheer en aantal kinderen op 30 juni 1915:

  • St.-Ouen (Seine-Saint-Denis) – Le Château Vieux, rue Saint-Denis  – 202 meisjes – met 60 meisjes in de kantwerkschool
  • Parijs – voormalige meisjesschool van ‘Les Fidèles Compagnes de Jésus’ – Rue de la Santé – 165 meisjes – met kantschool
  • Sèvres (Hauts-de-Seine) – Ecole Brazillier, rue des Roullis 21 bis  – 90 meisjes uit het St.-Michielsinstituut Poperinge vanaf 27 april 1915 – met 45 meisjes in de kantwerkschool in ‘Pavillion Brimborion’
  • Montsoult (Val d’Oise) – Villa Béthanie. De kinderen, 70 jongens, verbleven voordien met enkele zusters uit het Poperingse Gasthuis in ‘Le Nid’ te Montigny / Marlotte en verhuizen naar Monsoult in augustus 1915
  • Arromanches (Calvados) – Villa Saillet – vanaf 15 juli 1915 een opvangplaats voor zeer jonge meisjes en sanatorium voor meisjes uit schoolkolonies uit de regio Parijs. In de villa die in het centrum van de stad lag verbleven 4 zusters uit Vlamertinge.

tweede fase

  • Arromanches (Calvados) – Villa Les Bergeries – vanaf midden 1916 een sanatorium voor leerplichtige kinderen uit schoolkolonies in de omgeving van Parijs. De villa lag op en heuvel buiten de stad.
  • Fontenay-aux-Roses – Ancien Collège Sainte Barbe – 72 meisjes – met kantwerkschool – de kinderen worden in de tweede helft van oktober 1915 overgeplaatst naar Poissy. In 1918 vluchten de meisjes uit de schoolkolonie van St.-Ouen naar Fontenay-aux-Roses.

Sommige zusters, die uitmuntende kantwerksters waren, waren de aanleiding om kantonderwijs op te starten. Op dat ogenblik was er een gebrek aan kant als gevolg van een ineengestorte kantnijverheid in België en Noord Frankrijk, waardoor de kantwerkstertjes al grote bestellingen van Valencienne- en andere soorten kant ontvingen. In twee scholen, in Sèvres en St.-Ouen, kregen de oudere meisjes kantles volgens dezelfde onderwijsmethoden als in de Kantnormaalschool van Brugge. Deze kantscholen werden geleid door barones VICTOR BUFFIN.

Tijdens een bezoek aan koningin Elisabeth in De Panne vroeg de koningin uitdrukkelijk aan WHARTON om de kinderen ook de Franse taal aan te leren. De overige kinderen kregen ‘Montessorionderwijs’ en onderhielden buiten de schooluren de tuin of knapten klusjes op.

15762678_quarter.jpg

enkele maanden na de aankomst aan Rue de la Santé / links vooraan aalmoezenier Oswald Doucy uit Krombeke met achter hem Emma Senesael en  haar man Desiré Soenen die werkte als conciërge en tuinman

.IMG_1062

artikel van Wharton dat begin mei 1915 in The Harald verscheen

kantschool St.-Ouen

kantschool St.-Ouen
3784211_quarter
 “Toepassing op de Tulleslag” kantschool Sèvres

* weeskinderen en ouderlingen van het Sint-Michiels Instituut Poperinge kwamen in Parijs aan op 27 april 1915 en verhuisden in mei, na een kort verblijf in het voormalige seminarie Saint-Sulpice, naar Sèvres.

* weeskinderen en ouderlingen uit het Sint-Vincentius Instituut Poperinge kwamen in Parijs aan op 27 april 1915 en verhuisden in mei, na een verblijf in Saint-Sulpice naar Montigny-sur-Loing op het vakantiedomein Le Nid. In augustus 1915 verhuizen ze naar een schoolkolonie in Montsoult.

* het eerste, door de Belgische regering, georganiseerde treinkonvooi kwam in Parijs aan op 18 mei 1915. De kinderen werden ondergebracht in de schoolkolonies van Garches, Champlan en te Parijs aan de rue de la Santé.

EDITH WHARTON nam heel wat initiatieven om fondsen te werven: o.a. door de verkoop van  het boek ‘The Book of the Homeless’ en een veiling in New York van de originele manuscripten, tekeningen, schetsen en muziekpartituren van o.a. SARAH BERNHARDT, JEAN COCTEAU, MAURICE MAETERLINCK, THEODORE ROOSEVELT, IGOR STRAVINSKY, EMIEL VERHAEREN, CLAUDE MONET, PIERRE-AUGUSTE RENOIR, AUGUST RODIN en  THEO VAN RYSSELBERGHE. * zie https://oorlogskantschool.wordpress.com/the-book-of-the-homeless/


Photo kopie 7
slaapzaal in de kolonie te St.-Ouen

Bij de hulporganisatie kwamen regelmatig vragen binnen om weeskinderen te adopteren – zie document. Er zijn echter geen bewijzen over effectieve adopties.

adoptie royall T

SUB-PAGINA’S